How Technology influences Art - a Professorship at the Faculty of Arts Zuyd Univeristy
Hierbij het originele lectoraatsplan, zoals opgesteld in 2012-13

We koesteren graag de gedachte dat kunstenaars aan het stuur staan van hun eigen kunst en bij uitbreiding van de ontwikkeling van de kunstgeschiedenis. Dat is maar gedeeltelijk zo. Vaak nemen nieuwe technologische ontwikkelingen dat roer over. Technologie ‘dwingt’ dan tot nieuwe kunsthistorische ontwikkelingen. Een goed voorbeeld is het Franse impressionisme. In de tweede helft van de negentiende eeuw vond John Goffe Rand de zinken verftube uit. Olieverf werd transporteerbaar en de voorgemengde kleuren waren feller dan wat de schilders zelf in hun atelier konden aanmaken. Schilders konden nu buiten hun studio werken, middenin de natuur. De geïdealiseerde, mentale landschappen maakten plaats voor vluchtige impressies van een steeds veranderende natuur. Onder druk van de elementen (het zonlicht, weer en wind) moest het sneller gaan: de Franse, impressionistische stijl was daar een logisch gevolg van. Die vluchtige stijl werd vervolgens radicaler uitgewerkt door de impressionisten en ook in hun studiowerk toegepast. Maar aan de oorsprong lag de zinken verftube, met dank aan de Amerikaan John Goffe Rand.

Hogeschool Zuyd wil binnen haar kunstopleidingen de invloed van nieuwe technologische ontwikkelingen op artistieke processen onderzoeken, bevragen en stimuleren. Met name de razendsnelle ontwikkelingen op het digitale vlak bieden nieuwe mogelijkheden en uitdagingen voor de artistieke praktijk. Maar ook nieuwe materialen en productietechnieken dringen in de kunstenpraktijk door. De ‘Technology Driven Artist’ schakelt virtuoos tussen verschillende media, kunstdisciplines en productieprocessen. Het kunstwerk nestelt zich op grensgebieden. Dat heeft ook invloed op de distributie en de perceptie van het kunstwerk. Technology Driven Art infiltreert de klassieke vertoningskanalen met hybride kunst en zoekt naar nieuwe vertoningsplaatsen daarbuiten. Crossover en intermedialiteit zijn kernbegrippen geworden voor de hedendaagse kunstbeoefening.

Nieuwe technologische ontwikkelingen - gaande van nieuwe materialen, nieuwe digitale ontwikkelingen tot nieuwe productietechnieken - hebben hun eigen conceptuele wetmatigheden en ambachtelijkheid. Ze dwingen de kunstenaar tot een andere strategie van de verbeelding. Dat beïnvloedt het hele artistieke proces gaande van het concept tot de perceptie door het publiek. De technologie ‘dwingt’ het kunstwerk naar de grenzen met andere media en kennisgebieden: het wordt hybride en intermediaal. Daarbij laat intermedialiteit zich nog het best omschrijven als de wederzijdse besmetting van de verbeeldingsstrategieën van twee media, binnen de context van één (kunst)werk.

Als bijvoorbeeld een klassiek geschoold beeldhouwer aan de slag gaat met een 3D-printer die het beeld laagje per laagje op mekaar smelt, dan zal dat zijn conceptueel en ambachtelijk denken ten grondde beïnvloeden. Het kunstwerk in niet langer een uniek origineel maar is in zijn wezen een copie. Dat heeft een invloed op de klassieke perceptie van kunst als de unieke vingerafdruk van de kunstenaar. Tegelijkertijd bevraagt de artiest en het artistieke proces die nieuwe technologie vanuit een eigen invalshoek, waardoor ook de technologie zelf ‘besmet’ wordt met die artistieke vraagstelling. Het nieuwe werk nestelt zich dan op de grens van beide verbeeldingswerelden.
Vrij naar Chiel Kattenbelt. ‘Intermediality in Theatre and Performance (Themes in Theatre: Collective Approaches to Theatre & Performance)’ by Freda Chapple and Chiel Kattenbelt (2006).

Die intermediale besmetting grijpt in op elke fase van de artistieke creatie: van concept, over uitvoering tot de verspreiding van het werk.

Het lectoraat Technology Driven Art wil werkbare strategieën ontwikkelen voor deze drie stadia. Het kadert ‘het nieuwe’ van de invloed van technologische ontwikkelingen in een ruimer historisch perspectief. Het bevraagt de politieke en maatschappelijke invloed van technologie in de kunst. Het ondersteunt het ‘intermediale denken’ in artistieke processen.

Hiertoe zet het nieuwe lectoraat Technology Driven Art een aantal projecten uit binnen de verschillende programmalijnen. Die projecten liggen in het verlengde van wat reeds gerealiseerd werd in het vorige, gecombineerde lectoraat “technolab & Urbanlab’. Het nieuwe lectoraat verbreedt haar blikveld naar alle kunstdomeinen en zoomt anderzijds specifiek in op de dwingende kracht van technologie.
In alle projecten worden samenwerkingsverbanden aangegaan met relevante onderzoekers, denkers en bedrijven - zowel binnen Zuyd Hogeschool als ver daarbuiten. Voor elk project wordt een internationaal netwerk uitgebouwd.

Mogelijke projecten zijn:
* Early adopters - early Refusers
* Collective content
* Living Materials - dying art
* The Virtual Body
* The Long Tail of perception